‘De circulariteitslat voor De Nieuwe Post ligt hoog’
Thijs Huijsmans, programmamanager duurzaamheid Heijmans Utiliteit
Heijmans staat voor de opgave om een voormalig postkantoor naast het centraal station van Arnhem te verbouwen tot een nieuw kantoor voor de rijksoverheid. Thijs Huijsmans, programmamanager Duurzaamheid bij Heijmans is enthousiast over het project en vooral over de ambities op het gebied van circulariteit. “We leggen met elkaar voor De Nieuwe Post de lat hoog. En nu al is duidelijk dat we de hele keten nodig hebben om die ambities waar te maken.”
Het oude postkantoor, overigens een gemeentelijk monument, biedt ook na de grootscheepse renovatie en verduurzamingsoperatie onderdak aan de Belastingdienst, het Rijksvastgoedbedrijf en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het gebouw staat in een gebied dat in de laatste decennia flink is aangepakt. “Het eens vrijstaande gebouw staat tussen twee grote nieuwe kantoorpanden en is daardoor helemaal weggestopt. Het zit zeg maar in het verdomhoekje,” vertelt Thijs. Maar niet voor lang want al volgend jaar wordt er met de grootscheepse renovatie en uitbreiding begonnen. Immers, De Nieuwe Post met een vloeroppervlakte van circa elf duizend vierkante meter, meet, als het werk er in het najaar van 2025 op zit, circa 13,5 duizend vierkante meter.
DOEN-filosofie
Bijzonder aan dit project is dat overheden en marktpartijen als partners samenwerken volgens de zogeheten DOEN-filosofie. “Dit betekent onder andere dat we niet dogmatisch vasthouden aan vooraf vastgestelde vraagspecificatie (programma van eisen), maar gezamenlijk tot een optimale ontwerp-oplossing komen binnen de gestelde ambities. Zo is er in de gunningsfase bijvoorbeeld niet een volwaardig ontwerp uitgevraagd, maar een ontwerpvisie die gezamenlijk met opdrachtgever en opdrachtnemer wordt uitgewerkt. Gunning vond plaats op basis van kwaliteit en vertrouwen.” De opdracht omvat tevens aansluitend onderhoud gedurende vijftien jaar en heeft een totale contractwaarde van ruim € 55 miljoen.
“Kraaijvanger Architecten heeft al enorm ambitieuze stappen op het gebied van circulariteit gezet
Heijmans heeft samen met Kraaijvanger Architecten en Karres en Brand het plan voor De Nieuwe Post gemaakt. “Kraaijvanger is een architect die met onder andere stadskantoor Venlo en het provinciehuis Zuid-Holland al enorm ambitieuze stappen heeft gezet op het gebied van circulariteit. En wat wij mooi vinden aan Kraaijvanger is dat zij circulariteit altijd binnen een holistisch systeem creëren. Dat je ook naar de duurzaamheidsaspecten kijkt, zoals gezonde materialen, diversiteit en water.” Karres en Brand heeft vooral gekeken hoe je met minimale interventies in de omgeving het gebouw weer in de spotlights krijgt.
Het gebouw krijgt door het optoppen extra verdiepingen. “De optopping wordt met hout gerealiseerd en sluit qua uitvoering wel aan op de bestaande architectonische lijnen.” Aan de achterzijde krijgt het gebouw een verlenging op het huidige parkeerterrein. Het parkeerterrein maakt verder plaats voor een parkachtige binnentuin.
Het Rijksvastgoedbedrijf stelt als opdrachtgever ook hoge ambities aan het project en heeft de markt daarom uitgedaagd met het gunningscriterium circulariteit. Deze eisen zijn een uitwerking van HNN, die in het ontwerptraject nu verder ingevuld worden. In deze samenwerking dagen markt en opdrachtgever elkaar uit om het maximale resultaat te halen.
“Het Rijksvastgoedbedrijf heeft de markt uitgedaagd met het gunningscriterium circulariteit
Bij het benoemen van de ambities is door het ontwerpteam dan ook Het Nieuwe Normaal als leidraad gebruikt. “Dat doen we,” legt hij uit, “omdat we ons in dit project richten op de materiaalstromen en de herkomst ervan. Dat is dus echt een puur circulaire gedachtegang: hoe hou je de materialen in de kringloop? We zetten vooral in op wat er aan materiaal nodig is en hoe we nu die impact maken.” Dat resulteert in de ambitie waarbij zeventig procent van de materialen die in het gebouw gaat, een secundaire of hernieuwbare herkomst heeft. “En negentig procent van alles wat we toepassen kan in de toekomt hoogwaardig worden hergebruikt of gerecycled,” benadrukt de programmamanager Duurzaamheid.
Vertrekpunt
Voor het ontwerpteam is het adaptief vermogen van het kantoorpand het vertrekpunt geweest. “Met andere woorden: ze hebben zich eerst gericht op hoe het gebouw zich in de loop van de tijd zal ontwikkelen.” Vervolgens is er een rapport opgesteld over de basisprincipes: hoe adaptief moet het gebouw zijn en wat betekent dat voor de aanpasbaarheid van de onderdelen van het gebouw? “Aan het einde van het voorlopige ontwerp heeft het ontwerpteam laten zien hoe vijftig procent flexibiliteit kan worden bereikt. En vervolgens zijn er richtlijnen opgesteld welke details en elementen in het gebouw losmaakbaar moeten zijn.”
“We gaan voor niets minder dan het realiseren van een circulair icoon dat de lat hoger legt
Het uiteindelijk doel is volgens Huijsmans helder: “We gaan voor niets minder dan het realiseren van een circulair icoon dat de lat hoger legt. We werken hierin samen met Volantis als onze onafhankelijke evaluator. Het project wordt door Volantis continu langs de meetlat van Het Nieuwe Normaal gelegd. En dit gaat verder dan het verrichten van een evaluatie bij omgevingsvergunning én realisatie alleen. Tijdens het proces zal de bewijslast van de HNN-indicatoren worden getoetst en zal circulariteit worden geborgd in het proces om het uiteindelijke circulaire doel te behalen.”
Hergebruikspotentieel
Huijsmans gaat terug naar het onderwerp hergebruikspotentieel en benadrukt het belang van vroeg in het project overleggen met de hele keten om zoveel mogelijk materialen te kunnen hergebruiken of recyclen. Zo heeft een sloopbedrijf een inventarisatie gemaakt van de beschikbare materialen. Feitelijk is tijdens deze exercitie het gehele gebouw digitaal in kaart gebracht. Vervolgens zijn leveranciers die over, wat Huijsmans een duurzame gedachtegang noemt, beschikken, gevraagd om materialen die uit het pand gaan hoogwaardig te hergebruiken. “Dat soort ketenpartners zijn essentieel voor zaken als transport, opslag en garanties. En laten we eerlijk zijn: een bedrijf dat binnenwanden maakt, kan het beste inschatten of een binnenwand nog worden hergebruikt of niet.”
“We kunnen alles vastleggen in een kennissysteem, modellen en in wetgeving, maar het gedrag van de mensen die met elkaar samenwerken, is essentieel
Als het gaat om materiaalgebruik, is er bij de optopping een stevige discussie gevoerd over stalen of houten liggers. “Houten liggers worden vrij dik en bij staal kunnen we donorstaal inzetten. En dat scoort technisch beter dan hout. Ik vind ook dat we niet alleen maar naar hout moeten kijken alsof dat de heilige graal is. Ik denk dat je heel veel materialen prima door een biobased alternatief kan vervangen. Maar zeker in de utilitaire wereld is dat maar een klein aantal. Drie procent van de materialen in de bouw is nu biobased. Als we dat kunnen opschalen naar tien of misschien wel twintig procent doen we het ontzettend goed. Honderd procent gaan we nooit halen.”
Lessen
Hoewel pas volgend jaar met de uitvoering wordt begonnen, zijn er volgens Huijsmans al wel wat lessen te trekken. “Mijn voornaamste les is dat het de mensen zijn die het maken. We kunnen alles vastleggen in een kennissysteem, modellen en in wetgeving, maar het gedrag van de mensen die met elkaar samenwerken, is essentieel.” Maar ook het bewust ergens voor kiezen ziet hij als les. “Dat is in dit project vooral de materiaalstromen in de kringloop houden en het grondstoffenverhaal. Natuurlijk is CO2 een belangrijk onderwerp, maar dat staat hier minder centraal. Ik zeg altijd: ‘choose your battles’, ik denk dat dit vooral voor onze ambities op hergebruik een hele goede is en tot inspiratie zal leiden voor andere projecten. Het halen van die zeventig procent wordt echt nog een hele uitdaging.”