'Het gebouw zelf vertelt het verhaal'
Project Het Zaans Natuur & Milieucentrum
Een gesprek met:
Ronald de Vries
Paul Laport
Toen Ronald de Vries als projectleider de opdracht kreeg om de tijdelijke locatie van basisschool de Octant in Assendelft te slopen, schrok hij ervan hoe betrekkelijk nieuw de materialen waren. “Het gebouw was op dat moment nog maar zeven jaar oud.” Toevalligerwijs had De Vries via de procesmanager van de gemeente Zaanstad de plannen voor een nieuw onderkomen voor het Zaans Natuur & Milieucentrum onder ogen gekregen. “Ik besloot al snel om beide plannen met elkaar te combineren.” Paul Laport, directeur van het Zaans Natuur & Milieucentrum, kreeg het idee onder ogen en hij was direct enthousiast.
Het Zaans Natuur & Milieucentrum vervult een belangrijke functie. Jaarlijks bezoeken meer dan 150.000 belangstellenden de locaties komen, onder wie meer dan 30.000 leerlingen uit de Zaanstreek. “Het pand is groter dan dat we nu hebben”, licht hij toe. “Dat is gunstig voor onze exploitatie. Ook het idee dat ons nieuwe gebouw zou bestaan uit gebruikte materialen sprak ons erg aan. Zo vertelt het gebouw zelf het verhaal.”
“'Hoe leuk is het als je straks les kunt geven over duurzaamheid in een gebouw dat grotendeels is opgebouwd uit gebruikte materialen?'
Aan enthousiasme voor het plan was dus geen gebrek. Toch was er een opmerkelijk detail; zowel De Vries als Laport hadden geen enkele ervaring met een project als dit. “Ik heb aan Zaanse aannemers en slopers gevraagd om met ons mee te kijken naar de mogelijkheden”, schetst De Vries de situatie. “Zij zeiden eigenlijk allemaal dat dit geen enkel probleem was. Dan heb je de goede motivatie te pakken. Bovendien gaat dit over het Zaans Natuur & Milieucentrum. Hoe leuk is het als je straks les kunt geven over duurzaamheid in een gebouw dat grotendeels is opgebouwd uit gebruikte materialen?”
Niet alles is opnieuw te gebruiken
Toch dachten de heren wat licht na over de demontage en sloop van het gebouw. “We hebben vooraf een materialenpaspoort van het gebouw laten maken. Echter: eenmaal ter plekke konden we pas echt in detail bekijken wat we opnieuw konden gebruiken”, legt De Vries uit. “De kanaalplaatvloeren bleken bijvoorbeeld op een dusdanige wijze te zijn gestort dat ze niet meer allemaal opnieuw waren te gebruiken. De binnenwanden bestonden uit gipsplaten met strips en de dakbedekking was alleen te gebruiken als grondstof.”
Gelukkig konden ze de staalconstructie, enkele kanaalplaatvloeren, de houtskeletonderdelen van de gevel en de gevelbekleding wel opnieuw gebruiken. Tijdens de demontage was er steeds een constructeur aanwezig die de bevindingen tijdens de sloop direct kon aanpassen in het plan. De tegels die in Zaanstad vrijgekomen zijn na het project ‘tegelwippen’, zijn straks opnieuw in de openbare ruimte van het Zaans Natuur & Milieucentrum toegepast. Het project levert De Vries naast materialen ook veel bruikbare informatie op. “Ik leer nu wat ik precies moet doen om de materialen na demontage weer te kunnen hergebruiken. Dat moet je niet alleen als sloper, maar ook met aannemersogen bekijken. Niet alles wat je uit elkaar haalt is weer opnieuw te gebruiken.”
“'Ik leer nu wat ik precies moet doen om de materialen na demontage weer te kunnen hergebruiken'
En er speelden meer zaken een rol. “Het project moet vergund worden. Er staat nu een klein kantoortje wat straks gaat verdwijnen. De vraag is dan; noem je het project nieuwbouw, verbouw of renovatie? Feitelijk is het geen van alle, omdat je herbouwt op een nieuwe locatie. Vervolgens kregen we een interne discussie bij de gemeente over de BENG. Dat hoefde niet omdat we circulair zijn. We hebben ook de volledige installatie meegenomen omdat die nog lang niet op was. Maar daarvoor hebben we op de nieuwe locatie een gasaansluiting nodig. We hebben dus een aanvraag voor gas gedaan terwijl dat binnen de gemeente Zaanstad feitelijk onmogelijk was. Daar heeft de raad uiteindelijk een uitzondering voor gemaakt, maar daardoor heeft het hele proces behoorlijk lang geduurd.”
Opslag als businesscase
Al die tijd lagen de materialen opgeslagen in een gehuurde loods. “We zijn straks het eerste project in Nederland waarbij een nieuw gebouw voor 80 tot 85 procent uit gebruikte materialen bestaat”, vertelt Laport vol trots. Van de ontbrekende materialen is een lijst opgesteld. Die probeert De Vries te verkrijgen via andere sloop- of demontageprojecten in de directe omgeving. “We weten nog niet hoe de materialen straks uit de opslag komen omdat ze niet geconditioneerd zijn opgeslagen. Dat brengt wel een risico met zich mee. Wellicht dat de kozijnen een extra schilderbeurt nodig hebben. Voor dat soort zaken hebben we een risicomarge in het plan opgenomen, maar echt ideaal is het natuurlijk niet. Ik denk dat hier zeker een businessmodel van is te maken als een bedrijf kan voorzien in een geconditioneerde opslagruimte waar eventueel de vrijgekomen materialen direct opgeknapt kunnen worden. Zo heb je niet te maken met waardeverlies tijdens de opslag en zetten we weer een stap voorwaarts in het hergebruik van materialen.”
“'Bij het berekenen van de MPG voor dit gebouw is er geen onderscheid tussen nieuwbouw met nieuwe materialen en nieuwbouw met hergebruikte materialen'
De oorspronkelijke school is ingezet als audit voor Het Nieuwe Normaal. Ook het nieuwe gebouw krijgt straks een aanmelding voor een audit. “De ontwikkelingen op het gebied van circulair bouwen gaan de goede kant op”, schetst De Vries. “Toch moet er nog veel gebeuren. Bij het berekenen van de MPG voor dit gebouw is er geen onderscheid tussen nieuwbouw met nieuwe materialen en nieuwbouw met hergebruikte materialen. Dat is niet alleen erg krom; je ziet daaraan ook dat we nog lang niet op het niveau zitten van wat er kan. Wat dat aangaat moet de markt nog veel stimulatie krijgen.”