Circulariteit vergt een verandering van de hele organisatie
De stip op de horizon is voor Manon Eikelenboom wel helder
Een gesprek met:
Manon Eikelenboom
De stip op de horizon is voor Manon Eikelenboom wel helder. “Dat is dat we over pakweg 10 jaar niet eens meer over circulariteit nadenken. Het is dan gewoon logisch en de nieuwe praktijk.” De onderzoeker van de Vrije Universiteit Amsterdam en betrokken bij het programma Transitie circulaire bouw (TranCiBo) ziet het enthousiasme over circulariteit toenemen. Tegelijkertijd vinden veel organisaties het lastig om circulariteit te implementeren. Om hen daarbij te helpen heeft TranCiBo nu een werkboek met door Manon opgestelde interventies. “Ze stellen namelijk de hoe-vraag steeds vaker.”
Ze is alweer anderhalf jaar bij TranCiBo aan de slag. Het onderzoeksprogramma van de TU Delft en Vrije Universiteit helpt de bouwsector om circulariteit in de dagelijkse praktijk te implementeren. Maar ook voor ze als onderzoeker bij TranCiBo ging werken, was Eikelenboom al met circulariteit bezig. “Het is een interessant onderwerp met heel veel potentie. Natuurlijk als het gaat om het oplossen van de klimaatproblemen, maar ook de manier om met materiaalschaarste om te gaan en door met een systeemperspectief naar de bouwopgave te kijken.
Voor haar promotie aan de Universiteit Groningen heeft ze onderzoek gedaan naar circulaire bouw bij woningcorporaties. “Daarbij ging het vooral over het betrekken van bewoners bij circulariteit. In de praktijk zijn bewoners van huurwoningen in het dagelijks leven al best wel veel met circulariteit bezit. Denk aan hergebruik via een tweedehandswinkel of het delen van spullen met elkaar. Wat je zag is dat als je ze uitlegt wat circulariteit inhoudt, mensen best wel enthousiast zijn.”
“'Wat circulariteit wel uniek maakt, is dat het een verandering van de gehele organisatie vergt'
Dat enthousiasme kenmerkt volgens haar iedereen die met circulariteit in aanraking komt. “Je komt eigenlijk ook nauwelijks onwil tegen. Wat circulariteit wel uniek maakt, is dat het een verandering van de gehele organisatie vergt. Dat maakt het implementeren van circulariteit extra uitdagend.”
Interventies
Om circulariteit beter in de organisatie te realiseren, heeft Eikelenboom voor TranCiBo een reeks interventies opgesteld. “We hebben daarvoor eerst gekeken naar waar organisaties tegenaanlopen en vervolgens wat daarvoor de oplossing is.” Dat heeft zich vertaald in interventies op verschillende niveaus. Als eerste noemt ze strategische interventies. “Dus: wat kun je op strategisch niveau doen waardoor circulariteit beter landt binnen je organisatie. Dat kan”, verduidelijk ze, “bijvoorbeeld het uitstippelen van een circulaire strategie zijn, maar ook het opstellen van een leerstrategie. Vaak zie je dat een organisatie veel circulaire projecten heeft maar dat ze weinig doen om de geleerde lessen te delen.” Eikelenboom ziet verschillende organisaties die daarmee nu wel aan de gang gaan. “De gemeente Amsterdam heeft de leerstrategie ‘leren door te doen’ voor circulariteit opgezet. Daarmee wil ze concreet de leervragen van verschillende afdelingen in de organisatie koppelen aan concrete experimenten. Op strategisch niveau is dat een interventie.”
“'De gemeente Amsterdam heeft de leerstrategie ‘leren door te doen’ voor circulariteit opgezet'
Verder zijn er interventies op structureel niveau. Dus: hoe kan je via bestaande en nieuwe structuren zorgen dat circulariteit overal in de organisatie terechtkomt? Als voorbeeld van zo’n structuur noemt zij een intern platform voor kennisdeling. In de praktijk blijkt echter dat dat soort platforms er dan wel zijn, maar dat men daar onvoldoende gebruik van maakt. “Medewerkers hebben dan het idee ‘het is voor mij niet relevant.’ Het werkt wel als je management of experts betrekt bij het ontwikkelen van deze platforms. Of om er met een community of practice een netwerk omheen te creëren.”
Relaties
Wat volgens haar nogal eens wordt vergeten, is dat het ook erg gaat om de relaties tussen medewerkers in zo’n organisatie. “Ook daar hebben we interventies voor. Zoals het ondersteunen van circulaire ambassadeurs die in de organisatie actief zijn en deze een bepaalde positie te geven.” In haar visie zijn twee soorten ambassadeurs van cruciaal belang. De ene groep bestaat uit enthousiastelingen die circulariteit binnen een project trekken. “Zij zijn superbelangrijk want vaak valt of staat het succes daarmee.” De andere groep ambassadeurs zijn mensen die binnen een organisatie de belemmeringen voor circulariteit boven tafel halen. “Deze groep ziet dan dat ergens iets vastloopt en zet mensen rond de tafel om er een oplossing voor te zoeken. Ook die individuen zijn binnen een organisatie heel erg belangrijk.”
“'Als een organisatie bewustwording wil creëren heeft het andere interventies nodig dan wanneer het circulariteit wil integreren'
Kortom, Eikelenboom heeft strategische, structurele, relationele interventies en verschillende tools om in projecten en organisaties te gebruiken inzichtelijk gemaakt. Vervolgens is het aan de organisatie zelf om te kijken welke interventies zij toepassen. “We brengen er geen prioritering in aan. Het ligt echt aan de uitdagingen die de organisatie ondervindt. Als een organisatie bewustwording wil creëren heeft het andere interventies nodig dan wanneer het circulariteit wil integreren.”
Ontwikkeltraject
Uit ervaring ziet ze dat zo’n beetje elke organisatie ongeveer hetzelfde ontwikkeltraject doorloopt. “Het begint natuurlijk met bewustwording en het maken van een strategie. Wat betekent circulariteit voor ons? Waar gaan we heen? Dan komen de praktische vragen. Wat zijn nou tactische handvaten die we mensen kunnen geven om met circulariteit te werken? Men bouwt netwerken op. Een minderheid binnen de organisatie gaat met circulariteit aan de slag. Via die minderheid moet men naar een meerderheid om circulariteit in de organisatie vast te klinken.”
“'Ik denk dat we nu op een moment staan dat het niet langer de vraag is ‘óf ik het ga doen?’, maar vooral ‘hoe gaan we het nu doen?'
Met die bewustwording waarmee het dus allemaal begint, zit het in haar ogen wel goed. “Ik denk dat we nu op een moment staan dat het niet langer de vraag is ‘óf ik het ga doen?’, maar vooral ‘hoe gaan we het nu doen?” En juist bij het beantwoorden van die ‘hoe-vraag’ kan het door TranCibo opgestelde werkboek helpen. Hierin staan alle interventies opgeschreven. Eikelenboom benadrukt dat het hier vooral gaat om een levend werkboek. “Het idee is dat organisaties die het werkboek gebruiken ook aangeven wat wel of wat niet werkt. Dus: we willen het werkboek telkens aan de hand van de ervaringen van gebruikers aanpassen. Bovendien zijn we bezig met het maken van een toolbox waarmee organisaties straks gemakkelijker een interventie kunnen vinden die hen kan helpen.”